1. Intro
Die zaterdag in de supermarkt: “amaai, voor hetzelfde geld had ik 5 jaar geleden een volle winkelkar en nu nog maar een halve!”.
Zegt de vakbondsmilitant: “gelukkig dat we de index hebben, anders was het nog erger geweest”.
2. Stukje geschiedenis
In juli 1920 waren de prijzen 2,5 maal zo hoog dan in 1914, maar de lonen bleven steken op het vooroorlogse peil. De gewone mensen, zij die het hardst onder de oorlog geleden hadden, werden armer en armer. Hun inkomen ging voor meer dan de helft naar voedsel en bovendien hadden veel gezinnen één of meerdere kostwinners in de oorlog verloren 1. Door een reeks stakingen en het net verworven algemeen (mannen)stemrecht werkte de socialist Wauters als Minister van Arbeid de ‘index van de kleinhandelsprijzen’ uit. De overheid wilde hiermee de vakbonden en werkgevers een instrument aanreiken om het sociaal overleg makkelijker te laten verlopen.
Tot op vandaag wordt het overleg rond de koppeling van de lonen in de sectoren gevoerd.
De indexering van ambtenarenwedden en de sociale uitkeringen ligt wettelijk vast.
3. Hoe werkt het
3.1 Gezinsbudget -enquête
Om te kijken hoeveel het leven duurder wordt, is er een zogenaamde indexkorf uitgewerkt. Door op geregelde tijdstippen grootschalige gezinsbudget-enquêtes te houden, weten we hoeveel het gemiddelde gezin uitgeeft aan welke producten en diensten. De belangrijkste producten en diensten komen in de indexkorf terecht. Zo verdween bv. chicorei uit de index en kwam de cheeseburger er in.
De gezinsbudget-enquêtes geven ook een inzicht in het belang van de producten en diensten in de uitgaven van het gezin. Een brood kopen we elke dag, maar met een tandenborstel of badschuim doen we langer. Daarom weegt een brood ook zwaarder in de indexkorf. Als het brood duurder wordt zal dat de index meer/sneller beïnvloeden dan een prijswijziging van tandenborstels.
3.2 Automatische koppeling
De automatische koppeling van de lonen aan de index voorkomt dat we met hetzelfde loon minder kunnen kopen.
Die koppeling is nodig. De producten die we kopen worden duurder. Daardoor kunnen we na een tijdje met ons loon niet meer hetzelfde kopen als voorheen. Om dat te vermijden wordt je loon dus verhoogd met (ongeveer) hetzelfde percentage als dat waarmee de prijzen stijgen.
De koppeling gebeurt automatisch. Anders zouden we elke keer moeten onderhandelen of het loon geïndexeerd wordt of niet. Dit maakt België (samen met Luxemburg) uniek in de wereld. In Nederland, Duitsland en Frankrijk moeten de vakbonden altijd mobiliseren om de verloren koopkracht in te halen én er bovendien nog iets meer uit te halen.
3.3 Wanneer en hoeveel?
Wanneer die indexaanpassing gebeurt en hoeveel ze bedraagt, hangt af van de sector waarin je werkt.
De lonen van de bankbedienden worden om de 2 maanden geïndexeerd. De logistieke sector indexeert telkens op 1 januari. Die logistieke bedienden moeten dus langer wachten op hun indexatie maar krijgen wel méér om de achterstand in te lopen.
De uitkering van een gepensioneerde of werkloze wordt geïndexeerd telkens de kosten van het levensonderhoud 2% zijn gestegen t.o.v. de vorige indexatie.
Voor de ambtenaren is er nog een ander systeem. Zij moeten een maand wachten nadat de kosten van het levensonderhoud 2% stegen t.o.v. de vorige indexatie.
4. Belang
De bedoeling van de koppeling van de lonen aan de index is dus om ervoor te zorgen dat je bij stijgende prijzen met je loon tóch hetzelfde kunt blijven kopen. (met een loonsopslag kan je net méér doen).
5. Gepruts
Als er een indexaanpassing van de sociale uitkeringen plaatsvindt, betekent dat een meeruitgave in de Sociale Zekerheid. Als de lonen geïndexeerd worden, dan moeten de werkgevers dieper in de buidel tasten.
Daarom durven (veelal rechtse) regeringen in de loop van de jaren al eens te prutsen aan het indexsysteem. Enkele voorbeelden: Eén van de eerste maatregelen van de nazi’s was de afschaffing van de loonindexering.
In de hete zomer van 1976 werden de prijzen van fruit, groenten en aardappelen uit de indexkorf gelicht. De bedoeling was niet om de inflatie te beperken, wél om een indexering van lonen en uitkeringen sterk te vertragen.
In de jaren ’80 beslist de regering Martens-Gol dat er maar liefst 3 keer een indexering wordt overgeslagen.
De regering Dehaene besliste in 1994 om ‘de gezondheidsindex’ in te voeren. Daarbij worden alcohol, tabak, benzine en diesel uit de indexkorf gehaald. Dit doet de consumptie van die producten echter niet dalen maar het heeft wel een vertragende invloed op de toename van de indexatie. Even later wordt de ‘afgevlakte index’ geboren. Vanaf dan wordt een gemiddelde genomen van de gezondheidsindexen van de laatste 4 maanden. Ook dat is weer een manier om de aanpassing van de lonen aan de levensduurte te vertragen.
In april 2015 duwt de regering Michel-De Wever een ‘indexsprong’ door de strot van de werkenden mensen. Iedereen mist een loonindexering van 2%. Dit verlies wordt echter niet goedgemaakt bij een volgende indexering! Je neemt het mee doorheen de ganse loopbaan. Zo levert een jongere met een brutoloon van €2500/m die nog 40 jaar moet werken tot aan het pensioen, in totaal een kleine €39.000 3 in! De werkgevers kregen wel een cadeau van €2,6 miljard! 4
6. Niet alleen de lonen worden geïndexeerd!
Niemand kijkt ervan op dat de auto- of brandverzekering en de huishuur elk jaar duurder wordt. Ook daar wordt een indexering toegepast.
7. Ook goed voor de overheid
Hierboven schreven we al dat een indexering van de sociale uitkeringen de overheid en RSZ geld kost. Maar dat is op zich geen probleem. Door de indexering van de lonen stijgen ook de inkomsten van die overheid omdat er meer sociale bijdragen worden betaald én meer wordt afgedragen naar de belastingen.
Indexering is dus ook goed voor het algemeen belang. De inkomsten kunnen dan weer herverdeeld worden. Wij vinden dat dit dan ook op een sociaal rechtvaardige manier moet gebeuren.
Bronnen en voetnoten:
Bronnen:
- ABVV-brochure “De Index, voordelen versus vooroordelen”, 2012
- ABVV-brochure “Alles wat je moet weten over de Index”, 2014
- ABVV-brochure “Waarom zit de cheeseburger in de nieuwe Index?”, 1998
- ABVV-brochure “Ken de Index op je duimpje”, 2006
- ABVV-brochure “Index, een onafscheidelijk(e) koppel(ing)”, 1991
- ABVV-nota “Waarom is het ABVV tegen de indexsprong?”, P/MG/GD/KH-econom 029, 2015
- BBTK-nota “drie actualiteitsvragen over de indexering”, 09/009/114-EDD/MD/MR, 2009
- Echo-ABVV artikel “Als we nu eens de automatische indexering in heel Europa invoerden?”, februari 2013, Raphaël Lamas
- Echo-ABVV artikel “Van de gezinskorf 2006 naar de gezinskorf 2014: wat is er veranderd?”, door Poliargus, januari 2014
- De Wereld Morgen artikel “De index… Welke index?”, 25/02/2011, Stan De Spiegelaere
- De Wereld Morgen artikel “Automatische indexering: geen symbool, geen fetisj, geen vakbondsdogma”, door Luc Voets, 03/03/2011
- Wat zoudt gij zonder ’t werkvolk zijn? - De geschiedenis van de Belgische arbeidsbeweging 1830-2015”, door Jaak Brepoels, 655 blz, Uitgeverij Van Halewyck, 2015
- P. Scholliers, Loonindexering en koopkracht binnen het Belgisch systeem van sociaal overleg, 1918-1940, in , Mei 1985, 19de Jaargang, nr. 2, p. 12.
- P. Scholliers, , Brussel, VUB, Doctoraatsverhandeling, Academiejaar 1983-1984, 3 vol.
- P. Scholliers, , Brussel, Centrum Hedendaagse Sociale Geschiedenis, 1985, 391p.
- BBTK - ABVV Brochure "handen af van de index" 2019 - 2022, klik hier voor meer informatie
Voetnoten:
1. Wat zoudt gij zonder ’t werkvolk zijn? - De geschiedenis van de Belgische arbeidsbeweging 1830-2015, door Jaak Brepoels, Uitgeverij Van Halewyck, 2015, p. 212-213
2. P. Scholliers, Loonindexering en koopkracht binnen het Belgisch systeem van sociaal overleg, 1918-1940, in Vlaams Marxistisch Tijdschrift, Mei 1985, 19de Jaargang, nr. 2, p. 12
3. ABVV-nota I028/15-P/MG/GD/KH-econom 029 van 18/05/2015
4. ABVV-nota I028/15-P/MG/GD/KH-econom 029 van 18/05/2015